Fysiologie en pathologie
“Horen” en “evenwicht” zijn de belangrijkste functies van het oor. Het geluid wordt via het trommelvlies, gehoorbeenketen, het binnenoor en de gehoorzenuw naar de hersenen geleid. Luchttrilling brengt het trommelvlies en de daaraan verbonden gehoorbeenketen in trilling. Via het allerkleinste botje (de stijgbeugel/stapes) in ons lichaam wordt deze trilling overgebracht naar het vocht dat in de cochlea zit. Afhankelijk van de luidheid van het geluid zal er meer of minder activiteit zijn. Afhankelijk van de frequentie van de trilling gaan verschillende delen van de cochlea geactiveerd worden: hoge frequenties meer aan het begin en lage frequenties meer naar het einde. Deze frequentiespecificiteit (tonotopie) wordt doorheen het gehele centrale gehoorsysteem behouden. We horen het best via die luchttrilling, maar geluiden worden ook via trilling in het bot voortgeleid.
Gehoorverlies kan optreden door een buitenoor, of middenoorprobleem (verminderde luchtgeleiding), of door een binnenoorprobleem (verminderde botgeleiding). Bij het ouder worden, kan het systeem in de cochlea stijver worden en daardoor geluiden moeilijker omzetten in electrische signalen (presbyacusis): een hoortoestel kan dan een hulp zijn. Via dr. Crins kan dan een ‘voorschrift hoortoestellen’ voorzien worden.
Oorsuizen (tinnitus) is het fenomeen dat een geluid (ruis, pieptoon, vanalles door elkaar heen, continu, soms, wisselend in luidheid, …) gehoord wordt dat er niet is. Soms door gehoorverlies, maar vaak ook niet. Het is zaak om zeldzame oorzaken uit te sluiten en van daaruit te bekijken hoeveel hinder de tinnitus geeft. Vaak lukt het om het te beheersen door de tinnitus los te koppelen de negatieve ervaring, maar soms kan extra hulp/coaching nodig zijn.
Evenwichtstoornissen zijn van alledag en de oorzaak kan op velerlei vlak liggen. Het verhaal van de duizeligheid is de belangrijkste pijler in de diagnostiek en kan een richting geven op de vraag of het probleem centraal, of perifeer ligt. Onderzoek is uiteraard gericht op het vinden van een oorzaak, maar dit moet vaak gebeuren door voorkomende oorzaken van duizeligheid eerst uit te sluiten.