Fysiologie en pathologie

De neus en neusbijholten hebben enkele zeer belangrijke functies zoals het bevochtigen van de ingeademde lucht, als ook verwarmen en reinigen. Dit kan worden bereikt door oppervlakte vergroting; de neus is niet één grote holte, maar er hangen ‘neusschelpen’ in waardoor de ingeademde lucht goed in contact kan komen met het slijmvlies en de lucht niet gaat wervelen. De bijholten hebben een functie in de resonantie van het stemgeluid, maken de schedelbeenderen lichter en bieden als een soort ‘kreukelzone’ bescherming van de hersenen bij een trauma.

Helemaal bovenin de neus zit het reukeptiheel.

Doorheen het gehele bijholtesysteem zit slijmvlies dat slijm aanmaakt; dit slijm wordt door trilhaartjes naar de natuurlijke openingen van de bijholten getransporteerd (“mucocilliair slijmtransport”) en van daaruit naar de keel waar we het doorslikken. Als de slijmvliezen verdikt zijn door allergie, of verkoudheid, of als poliepen aanwezig zijn, kunnen de openingen verstopt raken en hoopt slijm zich op in de bijholten, hetgeen tot klachten kan leiden (zie afbeelding). Als zoiets chronisch wordt, kan uiteindelijk, als ook medicatie niet helpt, een ingreep nodig zijn waarbij de natuurlijke openingen ruimer gemaakt worden met steeds in het achterhoofd de richtingen van het mucocilliaire transport: Functionele chirurgie van de sinussen.

                  

Het neustussenschot (‘septum’) kan door scheefstand door groei of na een trauma aan één zijde een slechtere neusdoorgankelijkheid geven; een septumcorrectie kan dan een optie zijn. (zie afbeelding)